MICROBIOTA DECUSSATA
Vlakgroeiende conifeer met een dicht vertakte groeiwijze. De takken liggen in meerdere lagen over elkaar. Wordt slechts 40 cm hoog en 2 m of meer breed. Blad: Schubben staan kruisgewijs tegenover elkaar, tot 5 mm lang. Frisgroen in de zomer, bronskleurig in de winter. Bloei: éénhuizige plant, mannelijke bloei eivormig, geel en klein. Vrucht: bolronde kegeltjes aan het eind van de twijgjes. Verkiest een zonnige tot licht beschaduwde standplaats. Kan op alle goed doorlaatbare gronden.